Afbeelding
schuermans
Ik beheers de regels, maar ook de uitzonderingen.
Koen Van den Wyngaert
advocaat - vennoot
Advocaat sinds 2012

Koen Van den Wyngaert is gespecialiseerd in het bestuursrecht. Hij legt het accent op een diepgaande en praktijkgerichte expertise in het omgevingsrecht en de vastgoedsector. Hij adviseert projectontwikkelaars, architecten en landmeters naar aanleiding van vergunningsaanvragen of ruimtelijke visies en verdedigt die ontwerpen bij de bevoegde lokale of hogere overheidsinstanties. Ook het gebied van overheidsopdrachten en publiek-private samenwerking (PPS) is hem niet onbemind. Nazicht van opdrachtdocumenten en bijstand vóór of na gunningsbeslissingen zijn voor hem een courante bezigheid.

Hij tracht in elk dossier een oprechte analyse te maken van de belangen die rijzen en in combinatie met een gezonde dosis juridische strijdvaardigheid, bespreekt hij met de cliënt de scenario’s voor een efficiënte oplossing.

Ook pleit hij veelvuldig voor de Raad van State, de Raad voor Vergunningsbetwistingen en het Grondwettelijk Hof. Zo ook worden de civiele hoven en rechtbanken frequent gevat in tal van betwistingen aangaande bijvoorbeeld de geldigheid en uitvoerbaarheid van vergunningen, aansprakelijkheidskwesties van de diverse bouwactoren of overheden.

Koen Van den Wyngaert adviseert en pleit in het Nederlands, Frans en Engels.

 

 

Professioneel

  • Winnaar Pleitwedstrijd Jonge Conferentie Turnhout 2015
  • Laureaat Vlaams Pleitjuweel 2015
  • Lid van de Belgische Vereniging voor Bouwrecht
  • Lid van de Vlaamse Vereniging voor Omgevingsrecht
  • Redactielid van het Tijdschrift voor Omgevingsrecht en Omgevingsbeleid
  • Lid van de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening Zandhoven (plaatsvervanger – deskundige)
  • Lid van het Zandhovens Ondernemersnetwerk
  • Lid van Voka (Mechelen – Kempen) Real Estate Community

Opleiding

  • Universiteit Antwerpen (Bachelor in de rechten, 2010)
  • Universiteit Antwerpen (Master in de rechten, 2012)

 

Publicaties

Auteur van diverse publicaties in het administratief recht en aanverwante aangelegenheden, waaronder begrepen:

  • "Ook aan onwettige vergunningverlening hangt een prijskaartje: Raad van State als vergoedingsrechter”, TOO 2023, nr. 3, 252-258;
  • “De vermelding van de beroepsmogelijkheden als Achilleshiel van het Omgevingsloket”, TOO 2023, nr. 1, 50-55;
  • "Het algemeen belang kan een particulier belang dienen bij de opmaak van een RUP: geen contradictio in terminis?”, TOO 2022, nr. 3, 220-229;
  • "Een bestemmingswijziging naar open en bouwvrij gebied via beleidsmatig gewenste ontwikkelingen is onmogelijk. Lesje geleerd, toch?”, TOO 2022, nr. 2, 142-147;
  • “De realisatie van warmtenetten: een duurzaam project van jaren, uitgelegd in een notendop”, TOO 2022, nr. 1, 17-27;
  • “De dichotomische rechtsmacht van RvVb en gewone rechter in onteigeningszaken: concurrerend noch exclusief”, TOO 2021, nr. 1, 89-95;
  • “Verlies van verrijking toegepast op het leerstuk van de onverschuldigde betaling”, TBBR 2021, nr. 4, 184-188;
  • “Omzendbrief over betonstop deels vernietigd door Raad van State”, de Juristenkrant 2020, nr. 413, 4 (noot onder Raad van State van 10 juni 2020, nr. 247.759);
  • “De Raad van State hakt erin: pseudowetgeving in het omgevingsrecht sneuvelt (opnieuw)”, TOO 2020, nr. 3, 374-379 (noot onder Raad van State van 27 mei 2020, nr. 247.659);
  • “Artikel 159 van de Grondwet verkleint afstandsregels voor grote pluimveebedrijven”, TOO 2020, nr. 2, 215-219 (noot onder Raad van State van 2 mei 2019, nr. 244.351); 
  • “De vordering tot wederoverdracht is een zakelijke rechtsvordering”, TBO 2020, nr. 2, 170-176 (noot onder Hof van Beroep te Antwerpen van 4 maart 2019);
  • “Advocatenkosten en artikel 16 van de Grondwet: forfaitair, is dat wel fair?”, TOO nr. 1, 116-121 (noot onder Grondwettelijk Hof van 28 november 2019, nr. 192/2019);
  • “Het Grondwettelijk Hof als doorn in het oog voor de Codextrein. Quid met de landschappelijk waardevolle gebieden?”, TOO 2019, nr. 4, 380-384 (noot onder Grondwettelijk Hof van 17 oktober 2019, nr. 145/2019);
  • “Openbaar verkochte versus onteigende percelen: is de planologische neutraliteit een spelbederver?”, TOO 2019, nr. 3, 299-302 (noot onder Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen van 8 maart 2019);
  • “Toegang tot de rechter bij overheidsopdrachten: over inschrijvers en het belang”, TBO 2019, nr. 4, 290-302 (noot onder Hof van Justitie 28 november 2018, nr. C-328/17);
  • “Lijst met schadelijke voedingsmiddelen werd licht gewijzigd aangepast”, Food, Science & Law 2019, nr. 4, 299;
  • “Rechter kan stem en tijd sparen: vonnis moet niet meer integraal worden voorgelezen”, de Juristenkrant 2019, nr. 389, 7;
  • “Actualia advocatendiensten en overheidsopdrachten”, OoO 2018, nr. 3, 453-472;
  • “Vrije advocaatkeuze in rechtsbijstandsverzekering: Grondwettelijk Hof wendt zich tot Hof van Justitie”, de Juristenkrant 2018, nr. 377, 1-2 (noot onder Grondwettelijk Hof van 11 oktober 2018, nr. 136/2018);
  • “Tweevoudige kwaliteit van levensmiddelen aangepakt via richtsnoeren”, Food, Science & Law 2018, nr. 3, 116-121;
  • “De vordering in vrijwaring als middel om oude koeien uit de sloot te halen?”, RW 2017-18, nr. 40, 1576-1582 (noot onder Cass. 8 mei 2017, C.16.0121.N);
  • “Het Vlaams Onteigeningsdecreet uitgevoerd: bespreking van het besluit van 27 oktober 2017”, T. Agr. R. 2018, nr. 1, 2-15;
  • “Vrije keuze advocaat bij rechtsbijstandsverzekering: verruimd en beperkt”, de Juristenkrant 2017, nr. 350, 1-2;
  • “Het Vlaams Onteigeningsdecreet: vernieuwing troef of oude regels in een nieuw jasje? Overzicht en analyse van de nieuwe normen van het onteigeningstraject”, T. Agr. R. 2017, nr. 2, 54-87;
  • “Enkele juridische bedenkingen rond de toepassing van apps in de voedselketen”, Food, Science & Law 2016, nr. 4, 145-149;
  • “De afzonderlijke akte ex artikel 5.2.1, § 1, vierde lid VCRO. Wie heeft recht op de afgifte van de grosse?”, NFM 2015, 272-276 (noot onder Kort Geding Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen 26 juni 2014).