Bij wet van 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank werden enkele wijzigingen doorgevoerd met betrekking tot het centraal erfrechtregister.
Wanneer een erfgenaam een nalatenschap aanvaardt onder voorrecht van boedelbeschrijving dient hij de nalatenschap te beheren en te vereffenen. Er kan echter ook een beheerder worden aangesteld om de nalatenschap te vereffenen. De beschikking tot aanwijzing van een dergelijke beheerder dient binnen de 15 dagen te worden opgenomen in het centraal erfrechtregister.
Een nalatenschap waarvoor niemand zich na het verstrijken van de termijnen van boedelbeschrijving en beraad heeft aangemeld om ze op te vorderen, wordt conform artikel 811 BW als onbeheerd beschouwd. Hetzelfde geldt wanneer er geen erfgenaam bekend is of de bekende erfgenamen de nalatenschap hebben verworpen.
Vroeger diende de aanstelling van een curator over een dergelijke onbeheerde nalatenschap bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad te worden gepubliceerd en werd er op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg een register gehouden waarin de aanwijzingen van curators over een onbeheerde nalatenschap werden ingeschreven in de alfabetische volgorde van de namen van de overledenen. Dat werd afgeschaft. Voortaan dient de aanwijzing van een curator over een onbeheerde nalatenschap binnen de 15 dagen te worden opgenomen in het centraal erfrechtregister.
Deze wijzigingen traden in werking op 29 juni 2019.