Artikel 432,§§ 3 en 4 SW bestraft een ouder die het minderjarige kind onttrekt of poogt te onttrekken aan de bewaring van de personen aan wie de bevoegde overheid het heeft toevertrouwd, die het kind niet afgeeft aan degenen die het recht hebben het kind op te eisen of die het kind, zelfs met zijn toestemming, ontvoert of doet ontvoeren.
De ouder die het kind niet opneemt, is daarentegen niet strafrechtelijk vervolgbaar.
Wat nu wanneer één van de ouders een kind van één jaar oud, korte tijd nadat de titel verleend werd, voor onbepaalde tijd naar het buitenland vertrekt, gedurende meer dan tien jaar niets van zich laat horen, daarna plots weer opduikt en de titel misbruikt om het kind op te eisen voor een vakantieperiode van veertien dagen en tot slot de andere ouder rechtstreeks laat dagvaarden voor de strafrechter wegens niet-afgifte van het kind?
De enige oplossing zou zijn om door de (straf)rechter te laten vaststellen dat de titel vervallen is. Indien de titel vervallen is, kan de ouder niet veroordeeld worden voor niet-afgifte van het kind omdat er geen geldige titel is waarop de andere ouder zich kan baseren om de afgifte van het kind te vorderen.
Thans wordt dit principe toegepast, zonder dat dit uitdrukkelijk in de wetgeving is opgenomen. Om hieraan te verhelpen werd op 2 april 2025 een wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de sanctie op het niet opnemen van kinderen betreft, ingediend.
Het voorstel is om artikel 374 OBW aan te vullen met een paragraaf 3 waarin het algemeen principe van het verval van de titel door een gebrekkige en/of onnauwkeurige uitvoering van de omgangsregeling wordt verankerd.
De wetgever acht het wenselijk om algemene begrippen te gebruiken, zoals “nauwgezet uitvoeren”. Het lijkt haar beter om over het al dan niet vervallen van een titel in elk concreet geval over te laten aan de rechter die hierover gevat wordt.
Voor meer informatie over deze wet kan u steeds Schuermans advocaten contacteren. U kunt zich richten tot mr. Tinka SOMERS, t.somers@schuermans-law.be.