2023-07-28

De selectieve participatietoeslag of schooltoeslag is een jaarlijkse steun voor gezinnen met schoolgaande kinderen en een laag inkomen. Om een schooltoeslag te ontvangen moet het kind ingeschreven zijn in een door de Vlaamse gemeenschap erkende, gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinstelling én mag het gezinsinkomen -rekening houdende met de verschillende gezinscategorieën en gezinsgrootte- niet boven een in de wet bepaalde grens zijn. 

Voornoemde gezinscategorieën worden bepaald in artikel 38 Groeipakketdecreet. De wet bepaalde vijf categorieën  van gezinnen:

  1. een gezin waarin de rechthebbende leerling zijn woonplaats heeft bij één ouder of bij beide ouders samen;
  2. een gezin waarin de rechthebbende leerling ingevolge een gerechtelijke uitspraak of een tussenkomst van een publiekrechtelijke overheid of instelling zijn woonplaats heeft bij een andere natuurlijke persoon dan de ouders, of een gezin waarin de rechthebbende leerling op 31 augustus voorafgaand aan het schooljaar in kwestie zijn woonplaats heeft bij een andere natuurlijke persoon dan één ouder of beide ouders;
  3. gehuwde leerling;
  4. zelfstandige leerling; en
  5. alleenstaande leerling.

Om na te gaan onder welke categorie een leerling valt, hanteerde men onderstaande volgorde:

  1. Categorie 3
  2. Categorie 4
  3. Categorie 1
  4. Categorie 2
  5. Categorie 5.

Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (hierna: NBMV’s) hadden geen afzonderlijke categorie. In het geval dat zij in de pleegzorg terecht kwamen, vielen zij onder categorie 2, doch indien zij materiële ondersteuning kregen van een instelling vielen zij onder categorie 4 of 5. In dit laatste geval kregen zij een hoge schooltoeslag terwijl de instelling hun ondersteunt (bv. huisvesting, zakgeld, etc.) en terwijl de instelling dezelfde kosten draagt die andere gezinnen ook moet dragen voor een kind in het onderwijs.

Dit creëerde een ongelijkheid tussen de leerlingen.

De hogere schooltoeslag had nog bijkomende negatieve effecten. Hieronder twee voorbeelden ter verduidelijking.

Ten eerste ondervonden de NBMV’s door de hoge schooltoeslag makkelijker druk en misbruik voor de besteding van deze ontvangen geldmiddelen. Ze konden bijvoorbeeld onder druk gezet worden om het gehele bedrag door te storten naar hun land van herkomst of bijvoorbeeld onder druk gezet worden om gezinshereniging te financieren.

Ten tweede was het verschil van schooltoeslag tussen een zelfstandige/alleenstaande leerling in het voltijds onderwijs en een leerling in het stelsel leren en werken enorm groot zodat een jongere die graag een opleiding in het stelsel leren en werken wilde volgen dat vaak weigerde omdat hij/zij wist dat de schooltoeslag alsdan verminderde met +/- 2.800,00 EUR.

Om voornoemde negatieve effecten tegen te gaan en om gelijkheid te creëren wordt er door het decreet vanaf 31 augustus 2023 een zesde categorie toegevoegd aan artikel 38 Groeipakketdecreet, nl. “de leerling die materiële ondersteuning krijgen als vermeld in artikel 68,§2/1.”.

Zij krijgen dus een afzonderlijke categorie met een beperktere schooltoeslag.

Voor meer informatie over deze wet kan u steeds Schuermans advocaten contacteren.

Meer nieuws

2024-03-27

Nieuw Strafwetboek (eindelijk) aangenomen

Ga verder
2024-03-20

De AI-Verordening: geen ‘Minority Report’ in de Europese Unie

Ga verder
2024-02-23

Nieuw Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

Ga verder