Schuermans advocaten publiceert in de Juristenkrant

In nummer 377 van de Juristenkrant (jaargang 2018) bespreekt Mr. Koen Van den Wyngaert een arrest van het Grondwettelijk Hof van 11 oktober 2018 (nr. 136/2018)

De OVB en OBFG stelden een vernietigingsberoep in tegen de Wet van 9 april 2017 waarmee de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen gewijzigd teneinde voor de verzekerde de vrije keuze van advocaat te waarborgen in meerdere aangelegenheden ter zake rechtsbijstandsverzekeringen werd gewijzigd.

In dat beroep werd in het bijzonder aangevoerd dat er een ongerechtvaardigd verschil in behandeling bestaat tussen de verzekerde die gebruik maakt van arbitrage en de verzekerde die gebruik maakt van een bemiddelingsprocedure. Enkel eerstgenoemde beschikt over een gewaarborgde vrije keuze van raadsman in het kader van de rechtsbijstandsverzekering.

Het Grondwettelijk Hof besloot alvorens recht te doen hiernavolgende prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie te stellen:

“Dient het begrip ‘gerechtelijke procedure’ in artikel 201, lid 1, a), van de richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en herverzekeringsbedrijf zo te worden uitgelegd dat daaronder de buitengerechtelijke en de gerechtelijke bemiddelingsprocedures, zoals geregeld in de artikelen 1723/1 tot 1737 van het Belgisch Gerechtelijk Wetboek, zijn begrepen?”

Het Hof van Justitie moet aldus bepalen of buitengerechtelijke en gerechtelijke bemiddelingsprocedures binnen de Europese richtlijn over de uitoefening van het verzekeringsbedrijf vallen. Het antwoord heeft een impact op het recht op een vrije advocaatkeuze.

De bijdrage in de Juristenkrant kan op verzoek worden bekomen.