2019-07-24

De Richtlijn Verzekeringsdistributie of kortweg IDD werd gedeeltelijk omgezet in het Belgische recht door de wet van 6 december 2018 tot omzetting van IDD. Deze wet gaf echter bevoegdheden aan de Koning voor de verdere invulling van een aantal bepalingen.

Op 5 juli 2019 trad het Koninklijk Besluit van 18 juni 2019 tot uitvoering van de artikelen 5, 19°/1, 264, 266, 268 en 273 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (BS 25 juni 2019) in werking.

De artikelen 3 tot en met 6 hebben betrekking op de aanvraag tot en behoud van de inschrijving als verzekerings-, nevenverzekerings- of herverzekeringstussenpersoon. Voornamelijk geeft het KB aan welke gegevens de tussenpersoon moet verstrekken en welke documenten hij moet voegen.

Artikel 7 doet hetzelfde voor verzekerings- en herverzekeringsondernemingen.

Artikel 8 bepaalt het aantal verantwoordelijken voor de distributie die door een verzekeringstussenpersoon en -onderneming aangesteld moet worden.

De artikelen 9 tot en met 11 hebben betrekking op de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van een (her)(neven)verzekeringstussenpersoon. Aan welke voorwaarden moet dergelijke verzekering voldoen? Hoe moet de tussenpersoon bewijzen dat hij verzekerd is? Wat moet de tussenpersoon doen als hij niet meer verzekerd is?

De artikelen 12 tot en met 18 specificeren de vereiste “beroepskennis en vakbekwaamheid” waaraan tussenpersonen en verzekeringsondernemingen moeten voldoen. Zo moeten zij aantonen dat de juiste personen beschikken over de nodige theoretische kennis en praktische ervaring. Daarnaast moeten bepaalde personen regelmatig bijscholing volgen. Artikel 18 bepaalt hoeveel uren deze regelmatige bijscholing dient te bevatten. Bepaalde personen worden (gedeeltelijk) vrijgesteld van deze vereisten.

Artikel 20 definieert “professionele cliënt” als elke klant die voldoet aan de criteria als vastgelegd in de bijlage bij het KB van 19 december 2017 tot bepaling van nadere regels tot omzetting van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten. Dit KB definieert op zijn beurt “professionele cliënt” als een cliënt die de nodige ervaring, kennis en deskundigheid bezit om zelf beleggingsbeslissingen te nemen en de door hem gelopen risico's adequaat in te schatten. Daarenboven moet die cliënt aan bepaalde criteria voldoen.

Tot slot bevat artikel 21 een aantal overgangsbepalingen en de artikelen 22 tot 24 opheffings- en slotbepalingen.

Uiteraard helpt Schuermans advocaten U graag verder.

Meer nieuws

2024-03-27

Nieuw Strafwetboek (eindelijk) aangenomen

Ga verder
2024-03-20

De AI-Verordening: geen ‘Minority Report’ in de Europese Unie

Ga verder
2024-02-23

Nieuw Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

Ga verder