2018-10-30

In het kader van de Europese strijd tegen het witwassen van geld en het financieren van terrorisme, kwam in 2015 de richtlijn 2015/849 tot stand. Een belangrijk aspect daarvan is dat zelfde richtlijn aan de lidstaten oplegt om te achterhalen wie de uiteindelijke begunstigden van vennootschappen en verenigingen zijn.

Voormelde richtlijn werd omgezet in de Belgische wet van 18 september 2017, die voorziet in de oprichting van het UBO (Ultimate Beneficial Owner)-register. De werkingsmodaliteiten van het UBO-register werden thans verder geconcretiseerd door het KB van 30 juli 2018, met inwerkingtreding oorspronkelijk voorzien op 31 oktober 2018 (BS 14 augustus 2018).

Het doel van het UBO-register is de fysieke personen achter de vennootschappen in kaart te brengen. Deze zgn. uiteindelijke begunstigden worden gedefinieerd in artikel 4, 27° van de wet van 18 september 2017, waarbij vier categorieën zijn te onderscheiden:

  1. In het geval van vennootschappen zijn dit in essentie (i) de natuurlijke personen die rechtstreeks of onrechtstreeks een toereikend percentage (lees: meer dan 25%) van de stemrechten of van het eigendomsbelang in deze vennootschappen aanhouden of zeggenschap over de vennootschap (zoals het bestuur) of via aandelen of via andere middelen, of (ii) de natuurlijke personen die zeggenschap over de vennootschap hebben via andere middelen.

     

  2. In het geval van fiducieën of trusts zijn dit in essentie alle betrokken natuurlijke personen, waaronder begrepen de oprichter, de fiduciebeheerder(s) of trustee(s), de eventuele protector, de begunstigden, alsook elke andere natuurlijke persoon die wegens het feit dat hij directe of indirecte eigenaar is of via andere middelen uiteindelijke zeggenschap over de fiducie of de trust uitoefent.

     

  3. In het geval van (internationale) verenigingen zonder winstoogmerk en van stichtingen zijn dit in essentie de leden van de raad van bestuur, de gemachtigde vertegenwoordigers, het dagelijks bestuur, de stichters, alsook degene in wiens belang de vereniging of stichting is opgericht.

     

  4. In het geval van juridische constructies gelijkaardig aan de fiducieën of trusts (de zgn. restcategorie) zijn dit in essentie dezelfde categorieën van natuurlijke personen als bij de fiducieën of trusts.

Deze uiteindelijke begunstigden zijn verplicht zich kenbaar te maken in het UBO-register via het portaal MyMinFin. De mee te delen informatie wordt opgesomd in artikel 3 van voormeld KB. Het betreft voornamelijk informatie die moet toelaten de natuurlijke personen te identificeren, alsook informatie die moet toelaten te bepalen op welke wijze en voor welke periode deze uiteindelijke begunstigden de kwestieuze ondernemingen reeds controleren.

De geviseerde natuurlijke personen moeten niet per se vrezen dat al hun gegevens kenbaar voor andere burgers worden. Volgende gegevens zijn niet toegankelijk voor burgers: voornaam, geboortedatum, volledige verblijfadres en identificatienummer bij het rijksregister of vergelijkbaar identificatiemiddel van de uiteindelijke begunstigde.

Bovendien zullen burger slechts het UBO-register kunnen raadplegen in het geval zij zich identificeren. De historiek van deze raadpleging blijft overigens bewaard. De opzoeking zal enkel kunnen op basis van de naam van een onderneming en KBO-nummer. Dit betekent dat de burger niet op basis van de naam van de uiteindelijke begunstigde opzoekingen zal kunnen doen.

Voor (internationale) verenigingen zonder winstoogmerk, stichtingen en fiducieën zal de burger een specifieke aanvraag moeten indienen en een legitiem belang moeten aantonen met betrekking tot de strijd tegen het witwassen van geld, de financiering van terrorisme en/of gerelateerde criminele activiteiten. Bovendien zal de gebeurlijke informatie beperkt worden tot het gedeelte van de informatie waartoe de burger een belang kan aantonen.

Belangrijk te noteren is dat het register sinds 27 september 2018 operationeel is. Dit is ruim één maand vroeger dan verwacht. Initieel werden de uiteindelijke begunstigden één maand – m.n. tegen uiterlijk 30 november 2018, gezien de inwerkingtreding van voormeld KB oorspronkelijk werd voorzien op 31 oktober 2018 – de tijd gegeven om de kwestieuze gegevens voor de eerste keer door te geven. Deze termijn werd intussen wel verlengd tot 31 maart 2019, zodat het bestuur tot dan de tijd heeft deze gegevens over te maken, op straffe van een geldboete van 250 tot 50.000 euro.

Meer nieuws

2024-03-27

Nieuw Strafwetboek (eindelijk) aangenomen

Ga verder
2024-03-20

De AI-Verordening: geen ‘Minority Report’ in de Europese Unie

Ga verder
2024-02-23

Nieuw Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

Ga verder