Glauconiet en bouwschade: wiens aansprakelijkheid?

In het kader van de aanleg van een zwembadkade had de architect in zijn lastenboek ter wederaanvulling van de bouwput rond het zwembad voorgeschreven om de uitgegraven grond te hergebruiken. Deze bleek achteraf een relatief hoog glauconietgehalte te bevatten, dat bij mechanische aanstamping zand in modder vervangt, met een verzakking van de zwembadkade voor gevolg.

In zijn arrest van 15 november 2021 (2015/AR/2750) oordeelde het Hof van Beroep Antwerpen terecht dat het in de gegeven omstandigheden tot de taak van de architect behoorde om de samenstelling en de eigenschappen van de grond voorafgaandelijk deftig na te gaan en daartoe desnoods een bodem- en laboratoriumonderzoek te laten doen, zeker nu in dit geval het concept inhield dat deze grond hergebruikt ging worden.

Even terecht werd in hoofde van de aannemer, ongeacht zijn ervaring en zijn specialisatie, geen enkele aansprakelijkheid weerhouden waar hij de aanwezigheid van glauconiet in de uitgegraven grond niet had kunnen opmerken of vermoeden. Dat hij het concept van de architect had aanvaard en uitgevoerd zonder voorbehoud te maken werd hem in de gegeven omstandigheden dan ook niet verweten daar dit in zijn hoofde geen (uitvoerings-) fout uitmaakte.

Schuermans advocaten zal U graag bijkomende toelichting verschaffen.