Een dame vroeg aan de gemeente Rotselaar de opname in het vergunningenregister van een loods met woonfunctie gelegen in agrarisch gebied.
Het diensthoofd omgeving van de gemeente weigerde dit wegens gebrek aan bewijselementen. Tegen deze beslissing werd door de dame beroep ingesteld bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
De Raad oordeelde dat het diensthoofd omgeving niet bevoegd is om te oordelen over een verzoek tot opname in het vergunningenregister, onder verwijzing naar de artikelen 5.1.2, §1 en §2, 5.1.3 en 5.1.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).
Artikel 5.1.3 VCRO regelt de mogelijkheid om een opname in het vergunningenregister als ‘vergund geacht’ te vragen van een constructie die dateert van vóór 22 april 1962 en/of van vóór de eerste inwerkingtreding van het gewestplan in het vergunningenregister. Artikel 5.1.3 VCRO voorziet hierbij in een actieve onderzoeksplicht van de gemeentelijke overheid.
Deze regelgeving m.b.t. het vermoeden van vergunning is er gekomen om de verdere ontwikkeling mogelijk te maken van onvergunde constructies daterend van vóór deze data voor zover aan een aantal voorwaarden is voldaan.
Het vergunningenregister wordt gedefinieerd als een gemeentelijk gegevensbestand, waarin voor het grondgebied van de gemeente perceelsgebonden informatie is opgenomen met betrekking tot de ruimtelijke ordening (artikel 5.1.2. § 1 VCRO). Elke gemeente is verplicht om een vergunningenregister op te maken en te actualiseren (artikel 5.1.2. §2 VCRO) en het college van burgemeester en schepenen is verantwoordelijk voor de overeenstemming van het vergunningenregister met de stukken die erin moeten worden opgenomen (artikel 5.1.5 VCRO).
Uit de samenlezing van deze artikelen oordeelt de Raad dat de gemeentelijke overheid die bevoegd is voor het nemen van een (registratie)beslissing (enkel) het college van burgemeester en schepenen is.
Dit arrest doet denken aan een ander arrest van 9 februari 2023 (RvVb-A-2223-0528) waarin de Raad oordeelde dat het niet aan een gemeentelijke omgevingsambtenaar toekomt om een omgevingsvergunningsaanvraag onvolledig en onontvankelijk te verklaren op basis van inhoudelijke motieven, doch het de vergunningverlenende overheid zelf toekomt om hierover te oordelen.
Beide arresten bieden tegengas aan gemeenten die soms al te gemakkelijk inhoudelijke zaken delegeren aan een omgevingsambtenaar of een diensthoofd omgeving, zonder wettelijke basis.
Voor meer informatie kunt u Schuermans advocaten contacteren. U kunt contact opnemen met Mr. Emmy De Brouwer, e.debrouwer@schuermans-law.be.