Eerste deel van de 'Digital Act' goedgekeurd; elektronische archivering

Op 7 juli 2016 keurde de Kamer het wetsontwerp van 14 juni 2016 goed, dat elektronische documenten dezelfde juridische waarde geeft als hun papieren tegenhangers.

Een van de belangrijkste krachtlijnen is de elektronische archivering van documenten. Bedrijven die een wettelijke archiveringsplicht hebben, zoals verzekeringsmaatschappijen, kunnen voortaan ook elektronisch voldoen aan deze plicht.

Deze bedrijven moeten dan wel beroep doen op gekwalificeerde dienstverleners. Deze verplichting geldt echter niet wanneer een bedrijf onderworpen is aan wetgeving die bewijskracht verleent aan andere archiveringssystemen. Een voorbeeld hiervan is art. 14, lid 3 van de wet van 4 april 2014.

Als bedrijven beroep doen op een gekwalificeerde dienstverlener, heeft dit een drieledig gevolg. Ten eerste geldt een onweerlegbaar vermoeden dat het bedrijf voldaan heeft aan haar wettelijke archiveringsplicht. Ten tweede moet men niet meer bewijzen dat er tijdens de archivering inhoudelijk niets is veranderd aan het document als men het wil gebruiken voor de rechtbank. Tot slot verandert de wet art. 1334 BW. Voortaan wordt een elektronische kopie van een document weerlegbaar geacht getrouw en duurzaam te zijn als de oorspronkelijke titel niet meer bestaat.

Deze wet zal in werking treden op een door de Koning nader te bepalen datum.