2019-08-26

Reeds in een eerdere bijdrage deelden wij U mee dat sedert 1 januari 2019 het nieuwe Vlaams Woninghuurdecreet in werking getreden is.

Met het aankomende academiejaar in het vooruitzicht, vestigen wij graag uw aandacht op de nieuwe regelgeving aangaande de huurovereenkomsten voor de huisvesting van studenten die eveneens middels voormeld decreet in werking getreden is.

Titel III van het Vlaams Woninghuurdecreet handelt uitsluitend over de regelgeving i.v.m. huurovereenkomsten voor de huisvesting van studenten. Opdat deze titel toepassing vindt, mag het gehuurde goed door de student niet als hoofdverblijfplaats worden aangewend.

De bepalingen van deze titel zijn van dwingend recht wat impliceert dat hiervan in principe niet afgeweken kan worden.

Elke huurovereenkomst dient schriftelijk te worden opgesteld en dient de identiteit van de contracterende partijen, de begindatum en exacte duur van de overeenkomst, een aanwijzing van alle ruimtes en gedeelten van het gebouw die het voorwerp van de verhuur uitmaken, de huurprijs (zowel voor het gebruik van het gehuurde goed door de huurder als alle kosten en lasten, uitgezonderd het verbruik van energie, water en telecommunicatie en de belasting op tweede verblijven), een regeling over de kosten en lasten en een verwijzing naar de vulgariserende toelichting te vermelden.

De partijen zijn verplicht bij aanvang van de huurovereenkomst een omstandige plaatsbeschrijving op te stellen.

Indien wordt bedongen dat een huurwaarborg dient te worden betaald, mag deze niet meer bedragen dan twee maanden huur.

De huurovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur en neemt een einde na verloop van deze vooraf bepaalde periode.

De overeenkomst mag worden gesloten voor een langere duurtijd dan één jaar. Er mag geen bepaling in de overeenkomst worden opgenomen die stelt dat de huurovereenkomst stilzwijgend wordt verlengd als de huurovereenkomst niet uitdrukkelijk wordt opgezegd. Zulke bepaling zal in ieder geval als ongeschreven worden gehouden.

Indien verschillende opeenvolgende huurovereenkomsten worden gesloten (bv. voor verschillende academiejaren na elkaar) wordt telkenmale een nieuwe overeenkomst gesloten doch mag geen hogere huurprijs worden gevraagd dan de oorspronkelijke, gebeurlijk geïndexeerde, huurprijs.

De huurder kan de overeenkomst in bepaalde gevallen voortijdig opzeggen. Hij kan dit kosteloos doen drie maanden voor de inwerkingtreding van de huurovereenkomst. In de periode daarna doch vóór de inwerkingtreding van de huurovereenkomst is een opzeggingsvergoeding van twee maanden huur verschuldigd. Tijdens de duurtijd van de overeenkomst kan deze door de huurder worden opgezegd bij de beëindiging van zijn studie op voorlegging van een bewijsstuk van de onderwijsinstelling of bij overlijden van een van de ouders of een andere persoon die instaat voor het onderhoud van de huurder. In deze gevallen dient tevens een opzeggingstermijn van twee maanden te worden gerespecteerd.

Voorheen bestond er geen specifieke regelgeving voor de verhuring van studentenkoten en waren deze overeenkomsten onderworpen aan het gemene huurrecht.

Thans blijft het gemene huurrecht toepassing vinden voor alle zaken die niet specifiek in het Woninghuurdecreet worden geregeld.

Indien U hieromtrent verdere vragen zou hebben, helpt Schuermans advocaten U graag verder.

Meer nieuws

2024-03-27

Nieuw Strafwetboek (eindelijk) aangenomen

Ga verder
2024-03-20

De AI-Verordening: geen ‘Minority Report’ in de Europese Unie

Ga verder
2024-02-23

Nieuw Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

Ga verder